Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ten zelven dage zal uw mond bij dien, die ontkomen is, [65]opengedaan worden, en gij zult spreken, en niet meer [66]stom zijn; alzo zult gij hun tot een wonderteken zijn, en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. 65. Alsof God zeide: Gij hebt nu mijn volk genoeg voorzegd van de aanstaande ellenden, rust nu een tijdlang in stilte, totdat alles klaarlijk zal vervuld en voor ogen zijn, dan zult gij weder spreken, tot hunne vertroosting en onderwijzing, om alzo hun en mijner ganse kerk op verscheidene wijzen tot een wonderlijk voorteken te zijn van grote toekomstige zaken. 66. Vergelijk onder hfdst.33 vs.22, en boven hfdst.3 vs.26, met de aantekening.